Bericht

Juridische bijstand toegankelijker vanaf 1 september 2020

In het midden van de zomer keurde het federaal parlement een verhoging van de inkomensgrenzen voor de bijstand door een pro-deo advocaat goed (1). Het Platform "Recht voor iedereen" is blij met deze hervorming, die een stap vooruit betekent voor een toegankelijkere justitie. Er moet echter nog meer gebeuren om ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op toegang tot justitie voor iedereen wordt gewaarborgd.

Lagere financiële drempels

Het Platform "Recht voor iedereen" stelt sinds lange tijd de hoge financiële drempels aan de kaak die de toegang tot de rechtspraak bemoeilijken. Zij vraagt reeds lange tijd om een verhoging van de inkomensgrenzen, zodat huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens beroep kunnen doen op juridische rechtsbijstand.

Nadat vele malen aan de alarmbel werd getrokken, met name door verschillende middenveldorganisaties, hebben de parlementsleden de inkomensgrenzen opnieuw onderzocht. Deze grenzen hielden geen rekening met de sociale realiteit in ons land, wat resulteerde in de uitsluiting van veel kwetsbare en precaire rechtzoekenden.

Tijdens verschillende overlegmomenten in het kader van de verkiezingen in 2019, constateerde het Platform dat alle partijen in principe akkoord gingen met een verhoging van de inkomensgrenzen om de juridische bijstand toegankelijker te maken. Maar het wetgevingsproces werd vertraagd door het ontbreken aan een volwaardige federale regering en door begrotingsoverwegingen.

Tot 31 augustus 2020 hadden alleenstaanden enkel toegang tot volledige rechtsbijstand als hun inkomen niet hoger was dan € 1026,00. Huishoudens met één of meer personen ten laste hadden toegang tot de volledige rechtsbijstand als hun inkomen niet hoger was dan € 1317,00 (plus € 188,22 per persoon ten laste). Deze bedragen waren ruim onvoldoende omdat de armoedegrens, die zoals algemeen geweten is al een onderschatting is van de armoede, ligt op € 1184,00 per maand voor een alleenstaande.

Na de inwerkingtreding van de wet van 31 juli 2020, terecht getiteld “Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen” (1), werden deze inkomensgrenzen met enkele honderden euro's verhoogd. Op 1 september 2020 is een eerste opmerkelijke verhoging van € 200 van kracht gegaan. Voortaan hebben alleenstaanden toegang tot de volledige rechtsbijstand als hun inkomen niet hoger is dan € 1226,00 (€ 1517,00 voor families). Het bedrag voor de persoon ten laste stijgt van € 188,22 naar € 259,18 (van 15% van het leefloon vóór de hervorming, naar 20%). Deze bedragen worden op 1 september 2021, 1 september 2022 en 1 september 2023 met € 100 verhoogd. Daarna worden de inkomensgrenzen vanaf 1 september 2024 geïndexeerd.

Deze aanzienlijke verhoging van de inkomensgrenzen kunnen we enkel toejuichen.

Verdere inspanningen zijn nog nodig

De verhoging van de inkomensgrenzen is een eerste antwoord op de eisen van het Platform "Recht voor iedereen", maar verdere inspanningen zijn nodig. Enerzijds ondervinden personen met een inkomen onder de bovengenoemde grenzen veel moeilijkheden om een aanvraag tot juridische bijstand in te dienen, nadat het principe van onweerlegbaar vermoeden van behoeftigheid werd afgeschaft. Sinds september 2016 is het aantal bewijzen dat mensen moeten binnenbrengen om aanspraak te kunnen maken op de rechtsbijstand sterk gestegen. De procedure voor de aanstelling van een advocaat is ingewikkelder geworden. Bovendien is het begrip "bestaansmiddelen" te ruim en zou het duidelijk de inkomsten moeten uitsluiten die het niet mogelijk maken onvoorziene en uitzonderlijke uitgaven te doen in het kader van een rechtszaak. Verder moet ervoor gezorgd worden dat er voldoende advocaten zijn, in de verschillende rechtsgebieden, die bereid zijn om te werken binnen de rechtsbijstand.

Anderzijds hebben mensen met een inkomen boven de huidige inkomensgrenzen nog steeds te maken met exorbitante kosten. De cumulatieve effecten van de verschillende hervormingen op het gebied van justitie (verhoging van de griffierechten en de onderwerping van advocaten, deurwaarders en notarissen aan een BTW tarief van 21%) hebben ertoe geleid dat een groot aantal rechtzoekenden ontmoedigd werd en hun rechten niet meer durven te laten gelden bij de gerechtelijke instanties. De rechtsbijstandverzekering bereikt door haar intrinsieke beperkingen niet het gewenste doel, namelijk het vergemakkelijken van de toegang tot justitie voor de middenklasse (2).

                                  ***

De aanzienlijke inspanning om de toegang tot justitie te verbeteren, die tot uiting komt in de verhoging van de inkomensgrenzen voor de rechtsbijstand, moet erkend worden. Het was dan ook een zeer noodzakelijke hervorming, des te meer omdat we vandaag staan voor een ongeziene gezondheids-, economische en sociale crisis, de grootste crisis sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Deze crisis zal ongetwijfeld leiden tot spanningen, die op hun beurt zullen resulteren in meer rechtszaken. Deze crisis moet ons aanzetten tot het versterken en toegankelijker maken van ons rechtssysteem door de ongelijkheden weg te werken.


(1) Wet van 31 juli 2020 tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen, B.S. 6.8.2020, blz. 57845.

(2) zie ookhier voor de analyse van het platform mbt dit thema: