Bericht

aandacht voor mensen met een laag inkomen in de onderhandelingen over de begroting

Hieronder volgt de brief aan de regering:

De heer Alexander De Croo, Eerste Minister

De heer Pierre-Yves Dermagne, Vice-eersteminister en Minister voor Werk en Economie Mevrouw Sophie Wilmès, Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en van de Federale Culturele Instellingen

De heer George Gilkinet, Vice-eersteminister en Minister van Mobiliteit

De heer Vincent Van Peteghem, Vice- eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding

De heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Mevrouw Petra De Sutter, Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post

De heer Vincent Van Quickenborne, Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris

Brussel, 3 oktober 2021

Betreft : aandacht voor mensen met een laag inkomen in de onderhandelingen over de begroting

Geachte Eerste Minister,

Geachte Vice-eersteministers,

Geachte Minister voor Maatschappelijke Integratie, belast met Armoedebestrijding,

Wij wensen u te contacteren in het kader van de onderhandelingen over de begroting en de algemene beleidsnota’s voor 2022. Zoals u weet, is 2021 al een bijzonder moeilijk jaar geweest voor de vele huishoudens die het eind van de maand moeten zien te halen met een laag inkomen. De coronacrisis heeft misschien sommige bevolkingsgroepen in staat gesteld om spaargeld op te bouwen. De meest kwetsbare gezinnen werden echter het hardst getroffen. Via onze leden, de regionale netwerken armoedebestrijding en hun aangesloten lokale verenigingen, ontvangt het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) signalen van op het terrein vanuit heel België. Sinds het begin van de crisis hebben wij vastgesteld dat mensen met een precair werknemersstatuut (atypische jobs, contracten van bepaalde duur, onvrijwillig deeltijds werk,…) structureel inkomensverlies hebben geleden. Mensen met een laag inkomen werden ook geconfronteerd met hogere uitgaven door de stijging van de prijzen voor voeding en basisgoederen. Ook de uitgaven voor energie gingen omhoog. Doordat het huishoudbudget van kwetsbare gezinnen nog verder onder druk kwam te staan, zijn velen in de problemen gekomen om hun facturen en huur te betalen, met de opbouw van structurele schulden en (dreiging tot) uithuiszettingen tot gevolg. Dit alles heeft tot grote mentale problemen geleid.

Deze situatie komt bovenop een sociale crisis die reeds aan de gang was voor de coronacrisis toen al 16.4% van onze bevolking in armoede leefde. De overstromingen in juli hebben daar bovenop voornamelijk een zware impact gehad op mensen met een laag inkomen. Zij leven in immers in minder goedgelegen (overstroombare) gebieden, in oudere huizen die in minder goede staat zijn. Zij zijn daarnaast niet of onvoldoende verzekerd waardoor zij het weinige dat zij hadden waarschijnlijk niet gaan kunnen recupereren. Als gevolg van de inflatie wordt bovendien verwacht dat de prijzen voor energie, maar ook voor voeding, in 2021 en 2022 nog verder sterk zullen stijgen. Econoom Philippe Defeyt herinnert er bovendien aan dat de indexering van de lonen en uitkeringen onvoldoende zal zijn om de koopkracht en het inkomen van de armste gezinnen op peil te houden. De indexering zal niet toereikend zijn om de toenemende kosten voor essentiële levensmiddelen (energie, voeding, huur,…) te compenseren.

In deze context betreuren wij dat de federale regering de covid-premie van €50 voor leefloners, IGOgerechtigden en personen met een beperking met de helft heeft verminderd en tegen het einde van het jaar zal stopzetten. Elke euro die in deze crisisperiode afgenomen wordt van mensen met een laag inkomen heeft een grote impact op hun mogelijkheden om te kunnen overleven en niet in een grotere armoedespiraal terecht te komen. Het is van belang dat er een structureel beleid gevoerd wordt om mensen met een laag inkomen te ondersteunen. De federale regering heeft in dit kader voorzien om de laagste uitkeringen en inkomens op te trekken. Het is positief dat, in tegenstelling tot de twee voorgaande federale regeringen, de daad eindelijk bij het woord wordt gezet en effectief een budget voor verhoging voorzien wordt. Dit is echter ruim onvoldoende, zeker in de context van de huidige crisissen die mensen met een laag inkomen verder verarmd hebben. Volgens onze berekeningen zullen de sociale minima zich op het einde van de legislatuur nog altijd ver onder de Europese armoedegrens bevinden. Het optrekken van de uitkeringen gebeurt ook te traag. Het is nu dat kwetsbare gezinnen een extra injectie in hun budget nodig hebben om niet volledig kopje onder te gaan.

Daarom richten wij ons tot u met het verzoek dat het huidige begrotingsconclaaf rekening houdt met deze context , en er een extra budget vrijgemaakt wordt om de sociale minima effectief tot boven de Europese armoedegrens te brengen. Wij zijn ons bewust dat het niet verder doen oplopen van de overheidsschuld van belang is. Daarom moet er juist nu geïnvesteerd worden in de meest kwetsbare gezinnen. Zij hebben het extra inkomen nodig om te overleven en zullen het dus direct uitgeven in de lokale economie. Dit komt dus rechtstreeks ten goede aan de economische relance. Bovendien is het voorkomen dat mensen (nog dieper) in armoede terechtkomen goedkoper dan hen uit een spiraal van armoede, die over generaties kan voortduren, te halen. Op termijn zullen deze investeringen meer dan lonen en een positieve impact hebben op de begroting.

Met vriendelijke groeten,

Download hier de pdf