Nieuwe tarifering voor gerechtsdeurwaarders transparanter en goedkoper?
Op 1 oktober is de nieuw tarifering voor gerechtsdeurwaarders in voege getreden. Deze hervorming, ingevoerd door het Koninklijk Besluit van 18 mei 2024, wordt voorgesteld als het vereenvoudigen en transparanter maken van de kosten die gerechtsdeurwaarders mogen aanrekenen. Maar de goede bedoelingen schieten bij nader inzien hun doel compleet voorbij , waarschuwen het Brussels Steunpunt voor de diensten schuldbemiddeling (CAMD) en het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN).
Hoeveel een gerechtsdeurwaarder kan factureren voor elke handeling die hij stelt, wordt door Koninklijk Besluit geregeld [1]. Al lang klonk er kritiek op de erelonen die sinds 1976 in voege waren: verouderde tarieven, bepaalde niet-gepaste marktpraktijken en een gebrek aan transparantie in de honoraria en kosten. Net als andere actoren, riepen onze twee organisaties op tot een hervorming. Maar de nieuwe tarifering waarmee, volgens de Minister van Justitie, “komaf wordt gemaakt met de regels die bijdragen aan de negatieve schuldenspiraal waarin mensen soms terechtkomen" [2], schiet zijn doel compleet voorbij. “Na analyse merk je als snel dat het nieuwe Koninklijk Besluit niet alleen zijn doelen niet bereikt, maar zelfs negatieve effecten heeft voor de consument,” benadrukt Anne Defossez, directeur van CAMD.
Na analyse merk je als snel dat het nieuwe Koninklijk Besluit niet alleen zijn doelen niet bereikt, maar zelfs negatieve effecten heeft voor de consument.
Anne Defossez, directrice van CAMD
Transparanter en eenvoudiger, echt?
Om het begrijpen en controleren van de afrekening van een gerechtsdeurwaarder eenvoudiger te maken heeft de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders een online tool ontworpen, de zogenaamde Tariefchecker. Je zou verwachten dat het hier over een gemakkelijk toegankelijke interface gaat, die iedereen toelaat om de juistheid van deurwaarderskosten en -erelonen te kunnen nakijken. In werkelijkheid is het gewoon een opsomming van de wettelijke definities van de verschillende kosten, – 75 rubrieken in totaal. De lijst bevat van alles: een warboel vol jargon waar alleen een gerechtsdeurwaarder doorheen kan navigeren. De kosten en vergoedingen voor gerechtsdeurwaarders blijven even ondoorzichtig, complex en onbegrijpelijk. Wil je de deurwaarder om bewijsstukken vragen zodat je meer inzicht krijgt? Helaas, dit wordt door het nieuwe KB moeilijker: het artikel waarin stond dat “deurwaarders verplicht zijn om partijen die daarom vragen een gedetailleerd overzicht te geven van de verschuldigde bedragen” is gewoonweg geschrapt! Op vlak van transparantie wordt dus duidelijk geen vooruitgang gemaakt.
Goedkoper, echt?
Huishoudens in precaire situaties zullen door de nieuwe deurwaarderskosten in zeer korte tijd torenhoge schulden blijven maken. Caroline Van der Hoeven, coördinatrice BAPN
In een communicatie van de Minister van Justitie wordt er gesteld dat de nieuwe tarieven gebaseerd zijn op het basisprincipe dat “personen en bedrijven die schulden niet kunnen betalen niet nog dieper in de problemen mogen raken door de invordering ervan” [3]. Onder meer de voorbeelden hieronder tonen aan dat de nieuwe tarifering niet zal leiden tot minder deurwaarderskosten, integendeel. “Huishoudens in precaire situaties zullen door de deurwaarderskosten in zeer korte tijd torenhoge schulden blijven maken”, zegt Caroline Van der Hoeven, coördinator van BAPN. “Het nieuwe tarief zal de schuldenspiraal waarin (kwetsbare) mensen terechtkomen niet oplossen maar net verergeren.”
Enkele voorbeelden (onder meer) die dit aan tonen:
(1) Gerechtsdeurwaarders kunnen nu een forfaitaire administratieve vergoeding van €50 vragen. Dit is een nieuwe vergoeding, die voorheen niet bestond, en die aangerekend kan worden bij de opstart van het dossier. Deze forfaitaire vergoeding moet de handelingen dekken die nu bijna volledig geautomatiseerd zijn, zoals het identificeren van de schuldenaar, het invoeren van het dossier in de computer en het raadplegen van drie databanken [4]. Deze nieuwe forfaitaire vergoeding komt bovenop de vergoedingen die de gerechtsdeurwaarder al mocht aanrekenen voor kosten zoals redactionele, vertaal- en verplaatsingskosten en die niet door deze forfaitaire vergoeding gedekt worden.
(2) De innings- en kwijtingsrechten worden vervangen door een invorderingsereloon dat zwaarder zal wegen voor consumenten.
Onder het oude tarief kon de deurwaarder de schuldenaar innings- en kwijtingsrechten aanrekenen:
- Het inningsrecht komt overeen met een eenmalige heffing van 1% van het bedrag dat de schuldenaar had moeten terugbetalen;
- Het kwijtingsrecht is een vergoeding die de deurwaarder mocht aanrekenen voor elke gedeeltelijke betaling die hij ontving van de schuldenaar om een schuld te vereffenen [5].
Deze vergoedingen werden door veel actoren bekritiseerd gezien ze ervoor zorgen dat de kosten voor mensen zich verder opstapelen en hen dieper in de schuldenlast duwen. In het persbericht van de minister lezen we dat deze werden afgeschaft om niet langer de schuldenaar te straffen die zijn schuld terugbetaalt via meerdere kleine aflossingen [6]. Een goede zaak dus zou men denken, ware het niet dat deze kosten opnieuw opduiken onder de vorm van een “invorderingsereloon”. En bij nader inzien is deze nadeliger voor de consument:
- Gerechtsdeurwaarders zullen nu een percentage van 8% kunnen eisen op bedragen onder de €2.500 (degressieve toepassing daarna), terwijl ze voorheen slechts 1% konden eisen als inningsrecht.
- Terwijl het oude inningsrecht van 1% alleen werd berekend op het bedrag dat verschuldigd was aan de schuldeiser, brengt het nieuwe invorderingsereloon ook de volgende zaken in rekening: verwijlinteresten, schadebedingen, gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, verbeurde dwangsommen, administratieve dossierkosten en het veroordelingsrecht.
Voorbeeld
In het nieuwe systeem, voor een verschuldigd bedrag van €2.500 waar €350 gerechtskosten bovenop gerekend worden, bedraagt het invorderingsereloon €271,5 (8% over de hoofdsom inclusief kosten). Vroeger kon de deurwaarder hier slechts €25 voor invorderen als inningsrecht (1% over de hoofdsom exclusief kosten). Dit is dus een excessieve verhoging, in dit concrete geval van bijna 87%!
Stel nu dat de schuldenaar dit bedrag terugbetaalt in 20 maandelijkse aflossingen. Aangezien het oude tarief het mogelijk maakte om kwijtingsrechten in rekening te brengen per betaling, lijkt het alsof het nieuwe systeem voordeliger zou zijn. In ons voorbeeld blijft het nieuwe invorderingsereloon echter bijna € 100 duurder dan het oude tarief.
(3) Hoewel de kosten voor schulden betreffende basisbehoeften geplafonneerd zijn, zijn de nieuwe invorderingskosten die hiervoor aangerekend kunnen worden duurder dan het oude tarief. In het nieuwe tarief worden elektriciteits-, gas-, water- en telecomschulden beperkt tot een maximum van 100 euro. In het hierboven beschreven voorbeeld kan men vaststellen dat dit maar liefst vier keer zo hoog is als het oude tarief. Ook de logica om basisbehoeften te beperken tot deze vier zaken kan in vraag gesteld worden wetende dat andere essentiële uitgaven, zoals huur, niet in aanmerking worden genomen.
(4) De deurwaarder kan een invorderingsereloon aanrekenen voor handelingen die hij niet verricht. Onder het oude tarief waren kwijtings- en inrichtingsrechten alleen verschuldigd als er aan de deurwaarder werd betaald. Dat was logisch, want ze werden gerechtvaardigd door de boekhoudkundige diensten die de gerechtsdeurwaarder moet stellen (ook al zijn deze nu geautomatiseerd...). Het nieuwe Koninklijk Besluit bepaalt dat deze commissie verschuldigd is aan de gerechtsdeurwaarder, zelfs als de schuldenaar niet aan de gerechtsdeurwaarder betaalt maar rechtstreeks aan de schuldeiser!
(5) De deurwaarder kan een invorderingsereloon aanrekenen voor handelingen die hij niet verricht (BIS). Bovenop het invorderingsereloon moet er een extra vast jaarlijks ereloon van 25 euro betaald worden voor de opvolging van een betalingsplan [7]. Deze extra vergoeding is automatisch verschuldigd aan de deurwaarder, zelfs als de schuldenaar het betalingsplan tot op de letter naleeft en de deurwaarder geen bijkomende stappen moet ondernemen...
(6) Gerechtsdeurwaarders kunnen nu kosten per half uur in rekening brengen (ipv per volledig uur in het vroeger tarief), en elk gewerkt half uur kost nu twee keer zoveel als vroeger. Voor bepaalde diensten van een gerechtsdeurwaarder wordt een tijdsgebonden vergoeding gevraagd, die vroeger 25 € per uur bedroeg. In het nieuwe systeem bedragen de kosten per tijdseenheid €50 per half uur, een verviervoudiging dus ten opzichte van het vorige systeem. Bovendien is er geen korting meer op basis van de waarde van de zaak, zoals voorheen het geval was. Ook hier stellen we dus een aanzienlijke prijsstijging vast.
Een strengere reglementering?
Toen de wet in de plenaire zitting van het parlement werd aangenomen, verwelkomde de Minister van Justitie dat de praktijken van gerechtsdeurwaarders beter geregeld zouden worden door de striktere regelgeving [8]. Het verbod op de illegale praktijk no cure, no pay [9] zou in de nieuwe tekst niet langer dubbelzinnig zijn. In feite stond dit verbod echter al zwart op wit in de vorige tekst. Toch wordt deze praktijk de afgelopen jaren veelvuldig toegepast door een aantal grote deurwaarderskantoren, zonder enige reactie van de tuchtorganen. Waarom zou dit nu ineens veranderen als er niet ingezet wordt op een betere controle om illegale praktijken tegen te gaan?
Huiswerk opnieuw maken
Achter het rookgordijn van de nieuwe tarifering gaat een systeem schuil dat nog altijd onduidelijk en ontransparant is. Het zal ook niet goedkoper zijn voor de consument en biedt ook geen enkele garantie op een betere controle op ongeoorloofde praktijken door deurwaarders. Het belangrijkste doel lijkt wel om het imago van de deurwaarder op te poetsen dat de afgelopen jaren een stevige knauw heeft gekregen door de illegale praktijken van sommige gerechtsdeurwaarders en het nalaten van de bevoegde controle- en tuchtinstanties om deze een halt toe te roepen. Helaas zal er in dit opzicht niets veranderen. Daarom roepen BAPN en de CAMD de federale regering op om haar huiswerk opnieuw te maken, en deze keer te luisteren naar armoede- en consumentenorganisaties.
[1] De wettelijke tarieflijst geldt voor alle handelingen die een gerechtsdeurwaarder stelt binnen het kader van zijn monopolie. Gerechtsdeurwaarders hebben een monopolie als het gaat om het betekenen of ten uitvoer leggen van een uitvoerbare titel (bijvoorbeeld een vonnis of een dwangbevel), en elke handeling die ze verrichten moet worden gefactureerd volgens de wettelijke tarieflijst.
[2] Bron: www.teamjustitie.be
[3] Bron: www.teamjustitie.be
[4] Het betreft hier de volgende databanken: het Nationaal Register, het Centraal Register van Inbeslagnemingen en de Kruispuntbank van Ondernemingen.
[5] Voor elke betaling van minder dan €24,99 kon de deurwaarder een kwijtingsrecht van €3,01 (+BTW) aanrekenen en voor elke betaling van €745 of meer kon hij €41,40 (+BTW) aanrekenen (zie tarieven 2023). Met als gevolg dat wanneer de schuldenaar slechts in kleine aflossingen kon terugbetalen, de schuld niet of nauwelijks werd verminderd. Het betaalde bedrag ging immers volledig of grotendeels naar de kwijtingskosten en interesten en niet naar het betalen van de oorspronkelijke schuld.
[6] Bron: www.teamjustitie.be
[7] Deze extra vergoeding is bedoeld om “alle extra stappen met betrekking tot onderzoek en informatie over de schuldenaar en alle communicatie met de schuldenaar in de feitelijke tenuitvoerleggingsfase” te dekken.
[8] Bron: www.teamjustitie.be
[9] No cure no pay: onwettige praktijk waarbij de gerechtsdeurwaarder zich ertoe verbindt zijn erelonen niet te verhalen op de schuldeiser in het geval de schuldenaar niet betaalt.
Lees ook:
Gerechtsdeurwaarders : de illegale praktijk van “NO CURE NO PAY”
Excessen in de invordering van consumentenschulden. Gerechtsdeurwaarders treden buiten de wet.
BAPN en CAMD dienen klacht tegen grootste deurwaarderskantoor van België