Aanbevelingen van BMIN voor federale steunmaatregelen die verlengd / versterkt dienen te worden in het kader van de covid-crisis
Sociale bescherming
1. COVID-premie van 50 euro per maand
Deze premie wordt toegekend aan gerechtigden van het leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT).
BMIN stelt voor om de COVID-premie te verlengen. Wij vragen ook om deze premie toe te kennen aan uitkeringsgerechtigden in het socialezekerheidsstelsel die een laag inkomen hebben dat niet meer dan 50 euro boven het niveau van het leefloon ligt.
2. Inkomensbescherming voor tijdelijke werklozen
Dit is zeker niet het moment om de verbeterde status van de tijdelijke werklozen af te zwakken. De tijdelijke werkloosheid dient immers ook de werknemers te ondersteunen die deze zomer door de overstromingen zijn getroffen. Ongeacht de formule (tijdelijke werkloosheid door corona of andere gevallen van overmacht, omwille van economische redenen, door het noodweer,…) moet de vergoeding 70% van het begrensde loon blijven bedragen, met een aanvulling van 5,74 euro. Deze dient gefinancierd te worden door de RVA (in geval van overmacht) of door de werkgever (in geval van economische redenen). Voor alle regelingen, met inbegrip van de tijdelijke werkloosheid op basis van economische oorzaken, moet de onmiddellijke toegang tot de uitkering gegarandeerd worden.
BMIN roept op dat de sociale verbeteringen m.b.t. toegangsvoorwaarden en inkomensbescherming van de tijdelijke werkloosheid in elke formule verlengd wordt.
3. Kunstenaars
Kunstenaars en technici in de culturele sector kunnen een werkloosheidsuitkering ontvangen zonder dat deze wordt verminderd in geval van cumulatie met auteursrechten. Daarnaast werd de referentieperiode bevroren en de toegang vergemakkelijkt voor kunstenaars en technici die kunnen bewijzen dat zij in een referentieperiode hetzij 10 artistieke en technische prestaties, hetzij 20 dagen hebben gewerkt.
BMIN vraagt om deze maatregelen te verlengen in afwachting van de noodzakelijke hervorming van het kunstenaarsstatuut dat zich opdringt.
4. Bevriezing van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering
De werkzoekenden zijn niet verantwoordelijk voor de huidige crisis op de arbeidsmarkt. Hen activeren door hun financiële middelen te verminderen bij het zoeken naar een job die momenteel niet beschikbaar is heeft weinig zin en is contraproductief.
BMIN roept op om deze maatregel te verlengen.
5. Verlenging van de duur van de inschakelingsuitkering
De duur van de inschakelingsuitkeringen, die normaal beperkt is tot drie jaar, wordt verlengd wegens de COVID-crisis.De termijn wordt tijdelijk geneutraliseerd wegens COVID. Het virus is echter niet verdwenen en de economische omstandigheden maken het voor jongeren moeilijk om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt.
BMIN vraagt om de maatregel te verlengen.
6. Aanvullende uitkering voor werknemers die tijdens de COVID-crisis arbeidsongeschikt worden
Tot 30 september wordt een aanvullende primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering (10% van het brutodagloon plus 5,63 euro) toegekend tijdens de primaire arbeidsongeschiktheid als de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoet:
• op zijn vroegst vanaf 1 maart 2020 als arbeidsongeschikt worden erkend;
• gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst of een soortgelijke overeenkomst;
• een brutodagloon hebben van minder dan 132,9990 euro.
BMIN roept op om deze maatregel te verlengen.
7. De IGO-controles
Omwille van de gezondheidscrisis hebben de ministers Bacquelaine en vervolgens Lalieux in het kader van de controle op de voorwaarde van hoofd- en werkelijke verblijfplaats van IGO-gerechtigden besloten om de huisbezoeken door de postbodes op te schorten..
BMIN roept op om de vertrouwensrelatie in stand te houden die door de opschorting van de controles opnieuw werd opgebouwd met de meest kwetsbare ouderen. IGO-gerechtigden moeten beschermd blijven tegen onnodig contact met het virus, ook nu de vaccinatiegraad in deze leeftijdsgroep stijgt. Voorts mogen, nu de samenleving uit lockdown komt en er een hervorming van de IGO op til is, de controles niet in hun huidige vorm worden hervat. Eerst moet er een hervorming van de controleprocedure komen: de huidige controlemethode leidt immers tot eenquasi-huisarrest voor IGO-gerechtigden.
8.Tijdelijke verhoging met 15% van de terugbetaling aan OCMW ‘s van het bedrag van het leefloon
BMIN vraagt een evaluatie van de impact die de verhoogde terugbetalingspercentages van het leefloon aan de OCMW's hebben gehad op het totaalbudget van het lokale sociale beleid. Het is namelijk essentieel dat deze verhoging direct of indirect ten goede komt aan mensen in armoede.
BMIN vraagt om de tijdelijke verhoging van 15% te verlengen totdat deze evaluatie is uitgevoerd.
Schulden en belastingen
9. Drempels voor niet-inbeslagneming
De drempels voor niet-inbeslagneming zijn tot 30 september met 20% verhoogd.
Het BMIN-netwerk vraagt dat de tijdelijke verhoging van de drempels van niet-inbeslagneming wordt verlengd. BMIN vraagt ook een betere definiëring van de einddatum in de wetgeving. Het moet verduidelijkt worden of deze maatregel van toepassing is op inkomsten die zijn ontvangen of waarvoor rechten zijn geopend tijdens deze vastgestelde periode. BMIN vraagt ook om de kosten en interesten van schulden te begrenzen.
Structurele maatregelen om mensen met een laag inkomen te ondersteunen
Het Belgisch Minimum Inkomen Netwerk is van mening dat de beste crisismaatregelen degene zijn die niet moeten worden genomen omdat zij reeds bestaan, en dat reeds werk is gemaakt van de capaciteit van onze burgers en onze samenleving in het algemeen om te kunnen omgaan met externe schokken. De gebeurtenissen die we hebben meegemaakt, zoals de gezondheidscrisis en de overstromingen, kunnen opnieuw gebeuren. De sociale en economische context van België is bijzonder kwetsbaar. De reeds kwetsbare bevolkingsgroepen die voor maart 2020 al met te weinig moesten rondkomen, zijn net degenen die het hardst getroffen werden. Zij hadden al weinig en moeten nu met nog minder zien rond te komen. Zij zijn niet in staat om zich te kunnen voorbereiden op externe schokken die nog zeker zullen volgen. BMIN roept daarom op om de sociale minima zo snel mogelijk op te trekken boven de Europese armoedegrens. Dit zal ook het vertrouwen tussen de meest kwetsbare groepen in onze samenleving en de instellingen van onze samenleving herstellen.
Het Belgisch Netwerk Minimuminkomen (BMIN) verenigt de netwerken armoedebestrijding, de vakbonden, de mutualiteiten, andere middenveldorganisaties en academische experts in een gezamenlijke inspanning om de minimuminkomens boven de Europese armoedegrens te brengen. Samen formuleren wij onderstaande aanbevelingen voor de verlenging van een aantal steunmaatregelen in het kader van de covid-crisis. Hierbij pleiten wij in het bijzonder om in het licht van de huidige sociale en gezondheidssituatie mensen in armoede te blijven beschermen tegen een verdere verarming en hen toegang te geven tot de nodige bestaansmiddelen om het einde van de maand te kunnen halen. We weten immers dat de huidige situatie zorgwekkend blijft en naar verwachting niet voor het einde van het jaar zal wijzigen. De verlenging van deze maatregelen zou bijgevolg ten minste tot eind 2021 moeten duren. Deze voorstellen, die niet limitatief en exhaustief zijn, zijn gebaseerd op waarnemingen en bevindingen op het terrein.
Het BMIN-netwerk verenigt onderstaande organisaties, alsmede academici, en pleit gemeenschappelijk voor het verhogen van de minimuminkomens tot boven de Europese armoedegrens: Belgisch Netwerk armoedebestrijding (BAPN) / ABVV / ACLVB - Liberale Vakbond / ACV / Brussels Platform Armoede (BPA) / Christelijke Mutualiteit / Decenniumdoelen 2017 / Dynamo International / Netwerk tegen Armoede (NtA) / Le Forum - Bruxelles contre les inégalités / Union Nationale Des Mutualités Socialistes-Nationaal Verbond Van Socialistische Mutualiteiten / Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté (RWLP) / Vivre ensemble